-
1 aplanir
aplanir [aaplaanier]1 vlak maken ⇒ glad maken, effenen♦voorbeelden:♦voorbeelden:tout s'est aplani • de lucht is helemaal opgeklaard1. v1) glad/vlak maken2) uit de weg ruimen [moeilijkheid]3) oplossen, beslechten [twist]2. s'aplanirvverdwijnen, uit de weg geruimd worden -
2 being eliminated
Verwijderd worden (uitgesloten worden, uit de weg geruimd worden; vernietiging, verwoesting) -
3 auflösen
auflösen♦voorbeelden:das Geschäft auflösen • de zaak opheffen, liquiderendas Parlament auflösen • het parlement ontbinden¶ in völlig aufgelöstem Zustand • geheel van streek, totaal ontredderdvor Hitze aufgelöst sein • van de warmte uitgeput zijn♦voorbeelden:1 der Verein hat sich aufgelöst • de vereniging is uiteengevallen, ontbondendie Hoffnung löst sich in Luft, Rauch auf • de hoop vervliegt in rook -
4 aufklären
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский